wijnen
- wij·nen
de wijnen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wijn
wijnen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wijnen |
wijnde |
gewijnd |
zwak -d | volledig |
- gezamenlijk voor de gezelligheid wijn drinken
- Het woord wijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.