winplaats
- win·plaats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winplaats | winplaatsen |
verkleinwoord |
- plaats waar men een bepaalde delfstof, water, zand of grint als grondstof uit de natuur kan halen
- Dat staat in een brief van waterbedrijf Vitens, die Provinciale Staten van Utrecht maandagmiddag behandelen. Vitens wil het dreigende tekort oplossen door drinkwater te 'lenen' in Gelderland, een nieuwe winplaats te bouwen langs de Lek en door drinkwater voor het Gooi in te gaan kopen bij waterbedrijf Waternet, dat de regio Amsterdam van water voorziet. [2]
- De leidingen op de drie percelen, bedoeld voor vervoer van zout tussen een nieuwe winplaats en de fabriek, lagen er sinds begin dit jaar. Twaalf boeren slaagden er afgelopen juli in de aanleg op hun land voorlopig tegen te houden. [3]
1. plaats waar men een bepaalde delfstof, water, zand of grint kan verkrijgen
- Het woord winplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winplaats" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 26 jan. 2015 Utrecht heeft meer drinkwater nodig
- ↑ Reformatorisch Dagblad 22-10-2004 Frisia moet zoutleidingen verwijderen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be