gewonnen
- Geluid: gewonnen (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈwɔnə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈʋɔnə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈβ̞ɔnə(n)/
- (Limburg): /ɣəˈwɔnə(n)/
- ge·won·nen
- vervoeging van gewinnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
- vervoeging van winnen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
gewinnen |
gewonnen
- meervoud verleden tijd van gewinnen
- Wij gewonnen.
- Jullie gewonnen.
- Zij gewonnen.
- Wij gewonnen.
- voltooid deelwoord van gewinnen
vervoeging van: | winnen… |
geen verbogen vorm |
gewonnen
- voltooid deelwoord van winnen
- Het woord gewonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewonnen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be