Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: feilveil
Het gekerfde oppervlak van een vijl.
  • vijl
  • In de betekenis van ‘slijpwerktuig’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vijl vijlen
verkleinwoord vijltje vijltjes

de vijlv / m

  1. (gereedschap) een werktuig met een ruw, gegroefd of gekerfd oppervlak dat het mogelijk maakt dunne lagen van een voorwerp te verwijderen
    • Je kunt dit gemakkelijk met een vijl passend maken. 
stellend
onverbogen vijl
verbogen vijle

vijl

  1. (verouderd) gemeen, boosaardig
    • Met al zijn vijle trawanten sloeg hij genadeloos toe. 
vervoeging van
vijlen

vijl

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijlen
    • Ik vijl. 
  2. gebiedende wijs van vijlen
    • Vijl! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijlen
    • Vijl je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]