theorie
Niet te verwarren met: Theorie, teorie |
- the·o·rie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leer, stelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1566 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theorie | theorieën |
verkleinwoord | theorietje | theorietjes |
de theorie v
1. een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
|
|
- Het woord theorie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "theorie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "theorie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
theorie
- (wetenschap) theorie; een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
theorie
- (wetenschap) theorie; een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
- theo·rie
- Afgeleid van het Duitse Theorie
theorie v
- (verouderd)(wetenschap) theorie; een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
- (verouderd)(spreektaal) theorie, hypothese; veronderstelling die nog niet bewezen is
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | theorie | theorie |
genitief | theorie | theorií |
datief | theorii | theoriím |
accusatief | theorii | theorie |
vocatief | theorie | theorie |
locatief | theorii | theoriích |
instrumentalis | theorií | theoriemi |
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
theorie