empirie
- em·pi·rie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | empirie | |
verkleinwoord |
de empirie v
- (natuurkunde) kennis door ondervinding verkregen
- [...], of zooals Aristoteles het uitdrukt: veel herinneringen van waargenome feiten maken een empirie.[2]
- Het woord empirie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "empirie" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ blz 55. Winkler Prins' Geïllustreerde encyclopaedie By Antony Winkler Prins Edition: 3 Published by Uitgevers-maatschappy "Elsevier", 1907
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ɛmpɪrɪjɛ/
- em·pi·rie
empirie v
- (wetenschap) empirie; kennis door ondervinding verkregen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.