Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·pi·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse 'empeiria' (ervaring) met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord empirisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het empirismeo

  1. (filosofie) leer dat zintuiglijke waarneming de enige bron is van alle kennis
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be