muziektheorie
- mu·ziek·the·o·rie
- samenstelling van muziek zn en theorie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muziektheorie | muziektheorieën |
verkleinwoord |
de muziektheorie v
- (muziek) de leer van systematiek in muziek
- ▸ Je hielp me met het idee, hebt me bijgespijkerd in de muziektheorie, met me naar Rumours geluisterd, ruzie met me gemaakt over Lindsey Buckingham en Christine McVie, een baan opgegeven om meer thuis te kunnen zijn, je bent de hoofdouder geworden en hebt het boek misschien wel negen miljoen keer gelezen.[1]
- ▸ Hij studeerde in zijn jonge jaren nog een tijdje architectuur, maar al snel richtte hij zich helemaal op de muziek. Eind jaren 50 studeerde hij compositie en muziektheorie aan het conservatorium in Den Haag. Nog tijdens zijn studie won hij de Gaudeamusprijs, een internationale prijs voor jonge componisten.[2]
- muziekgeschiedenis, melodie, harmonieleer, contrapunt, toonladder, interval, akkoord, ritme, vormleer
1. de leer van systematiek in muziek
- Het woord muziektheorie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Taylor Jenkins Reid“Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
- ↑ Weblink bron “Componist en jazzpianist Misha Mengelberg (81) ove” (03-03-2017), NOS