reserve
- re·ser·ve
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reserve | reserves [6] reserven |
verkleinwoord |
- iemand die of iets wat voor later gebruik opzijgezet is of wordt
- De reserves waren door de tegenvallers aardig geslonken.
- ▸ Na het nemen van de afslag ziet de weg naar boven er nog even mild uit, maar dan begint het asfalt al snel te welven. Er is minder dan een handvol haarspeldbochten, maar de hellingsgraden slopen de eerste reserves uit de benen.[2]
- voorbehoud, omzichtigheid, terughoudendheid
- (militair) deel van het leger dat niet in actieve dienst is
- (economie) deel van de winst dat niet als dividend wordt uitgekeerd, maar wordt opgespaard om onvoorziene uitgaven te dekken
- (juridisch) (België) deel van de nalatenschap van de overledene dat door de wet, bij zijn overlijden, wordt voorbehouden voor bepaalde erfgenamen
- (sport) iemand die eventueel een uitvaller vervangt
- [1] noodvoorraad
- [4] balanspositie
- [5] voorbehouden deel
- [6] invaller, achtervanger
|
|
- Het woord reserve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reserve" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ reserve op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to reserve |
he/she/it | reserves |
verleden tijd | reserved |
voltooid deelwoord |
reserved |
onvoltooid deelwoord |
reserving |
gebiedende wijs | reserve |
reserve
enkelvoud | meervoud |
---|---|
reserve | reserves |
reserve
vervoeging van |
---|
reservar |
reserve