• re·ser·vaat
enkelvoud meervoud
naamwoord reservaat reservaten
verkleinwoord reservaatje reservaatjes

het reservaato [3]

  1. gebied waarin de natuur of zijn bewoners worden beschermd
  2. grondgebied dat door een overheid aan een bevolkingsgroep (bijv. indianen) is toegewezen als verblijfplaats
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]