-aat
Huidig bestand |
---|
140 |
- IPA: /at/
- -aat
- Afgeleid van het Latijnse -atus of -atum dat een van een werkwoord van de eerste conjugatie afgeleid zelfstandig naamwoord van handeling vormt, dat het resultaat van de handeling aangeeft [1]
- vormt een naamwoord van handeling van zekere werkwoorden van Latijnse of Romaanse afkomst (meestal eindigend op -eren)
- Het resultaat van destilleren is een destillaat.
- waarmee van een persoonsnaam een woord wordt gevormd dat een beroep, positie, functie, of een daarbij behorende waardigheid, titel, ambtstermijn of een ambtsgebied aanduidt
- mecenas → mecenaat
- maakt van een gebiedsnaam een woord dat een inwoner van het door het grondwoord genoemde gebied aangeeft
- als het grondwoord eindigt op -aar , -ario, -aris of -ariër wordt het nieuwe woord -ariaat
- (scheikunde) geeft een oxidisch complex ion aan van een hoofdgroepelement in zijn hoogste oxidatietoestand
- Het oxidische ion van zeswaardig zwavel SO42- heet een sulfaation.
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht