partenariaat
- par·te·na·ri·aat
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partenariaat | partenariaten |
verkleinwoord |
- met het achtervoegsel -aat
het partenariaat o
- (politiek) niet-officiële alliantie
- ▸ Europa wil de relatie met buurlanden als Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië versterken. Die landen hebben voorlopig nog geen uitzicht op toetreding tot de EU, maar de Unie wil toch een band met die landen aangaan - mogelijk in de vorm van een zogeheten partenariaat.[1]
- ▸ De partij houdt voor Turkije nadrukkelijk de mogelijkheid open voor een partenariaat. Turkije wordt dan geen EU-lid, maar kan wel nauwe banden aan-knopen met de Unie en tot vergaande samenwerking komen.[2]
- samenwerkingsovereenkomst
- ▸ Vanaf 1999 werd D’Ieteren actief in de reparatie en vervanging van autoruiten, in partenariaat met Belron.[3]
- Het woord partenariaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Vrijheid van godsdienst vereiste voor EU-partner” (20 december 2007), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Landbouwbudget EU op peil” (27 januari 2009), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “D'Ieteren (bedrijf)” (geraadpleegd 8 september 2021), Wikipedia