samenwerkingsovereenkomst

Nederlands

 
samenwerkingsovereenkomst Nederland - België
Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·wer·kings·over·een·komst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord samenwerkingsovereenkomst samenwerkingsovereenkomsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de samenwerkingsovereenkomstv

  1. een bindende afspraak om samen aan één zaak te werken
    • Nederland en België sloten na lang overleg een samenwerkingsovereenkomst over de toegankelijkheid van de haven van Antwerpen. 

Meer informatie

Gangbaarheid