overeenkomst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overeenkomst (hulp, bestand)
- IPA: /ovərˈeŋkɔmst/
Woordafbreking
- over·een·komst
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overeenkomen met het achtervoegsel -st
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overeenkomst | overeenkomsten |
verkleinwoord | overeenkomstje | overeenkomstjes |
Zelfstandig naamwoord
de overeenkomst v
- (juridisch) bindende afspraak waarbij partijen jegens elkaar of de ene jegens de andere de wil geuit hebben om verbintenissen (iets doen of nalaten) aan te gaan
- Er was een overeenkomst gesloten over de verdeling van het geërfde geld.
- ▸ Wat de courtage betrof moest er misschien aan worden toegevoegd dat ze een overeenkomst met de leiding van Mercurius hadden gesloten dat ze in plaats van voor loon zouden werken voor 15 procent van de opgebouwde winst.[1]
- een eigenschap die hetzelfde is
- Er was geen overeenkomst waar te nemen tussen de twee zussen.
Synoniemen
- [1] contract, akkoord
- [2] gelijkenis
Uitdrukkingen en gezegden
Een overeenkomst sluiten.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een bindende afspraak waarmee alle partijen instemmen
2. een eigenschap die hetzelfde is
een overeenkomst sluiten
|
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
te controleren vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord overeenkomst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overeenkomst" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be