associatieovereenkomst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·so·ci·a·tie·over·een·komst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord associatieovereenkomst associatieovereenkomsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de associatieovereenkomstv

  1. verdrag waarbij twee partijen overeenkomen intensiever met elkaar te gaan samenwerken
     Kiezers gaan op 6 april naar de stembus om in een referendum hun mening te geven over het associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie.[1]
     Een ruime meerderheid van de stemmers heeft tegen de associatieovereenkomst met Oekraïne gestemd. Rond middernacht waren alle stemmen geteld en stond vast dat de opkomstdrempel van 30 procent is gehaald. De opkomst lag na het tellen van alle stemmen op 32,2 procent. Dat komt neer op 4.134.339 mensen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Referendum: wel of geen verdrag met Oekraïne?” (Dinsdag 2 februari 2016, 14:00), NOS
  2.   Weblink bron “Eindstand: referendum geldig, ruime zege voor tegen-kamp verdrag Oekraïne” (Woensdag 6 april 2016, 22:25), NOS