probaat
- pro·baat
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘beproefd’ voor het eerst aangetroffen in 1700 [1]
- uit het Latijn [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | probaat | probater | probaatst |
verbogen | probate | probatere | probaatste |
partitief | probaats | probaters | - |
probaat [3]
- probaat middel: iets waarvan proefondervindelijk is bewezen dat het goed werkt tegen een ziekte of ander probleem
- Geometrie speelt een belangrijke rol in het werk van de architecten Van Belle & Medina. Een balk of een kubus geeft structuur en uitstraling. Bovendien is het een probaat middel om orde te scheppen en complexe programma’s in een overzichtelijk gebouw te gieten. [4]
- Bijna de helft van de nu al 700 Enschedeërs die de vragenlijst van deze krant over de wateroverlast invulden en opstuurden hebben in hun kruipruimte of kelder een dompelpomp geïnstalleerd. Een probaat middel om te hoge waterstanden onder het huis te voorkomen. [5]
1. probaat middel: iets waarvan proefondervindelijk is bewezen dat het goed werkt tegen een ziekte of ander probleem
- Het woord probaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "probaat" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "probaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ probaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard MAANDAG 2 OKTOBER 2017
- ↑ Tubantia 23-februari-2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be