separaat
- se·pa·raat
- Naamwoord van handeling van separeren met het achtervoegsel -aat [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | separaat | separater | separaatst |
verbogen | separate | separatere | separaatste |
partitief | separaats | separaters | - |
separaat [2]
- Het woord separaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "separaat" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ separaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be