separeren
- se·pa·re·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
separeren |
separeerde |
gesepareerd |
zwak -d | volledig |
separeren [2]
- overgankelijk afzonderen, van elkaar scheiden, afscheiden
- het separeren van de variabelen heeft al vele problemen opgelost
- Het woord separeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "separeren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ separeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be