separeerde
- Geluid: separeerde (hulp, bestand)
- se·pa·reer·de
vervoeging van |
---|
separeren |
separeerde
- enkelvoud verleden tijd van separeren
- Ik separeerde.
- Jij separeerde.
- Hij, zij, het separeerde.
- Ik separeerde.
- Het woord separeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.