passaat
- pas·saat
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘wind’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | passaat | passaten |
verkleinwoord |
- de vaste oostelijke wind die waait tussen de 30 graden noorderbreedte en 30 graden zuiderbreedte en het reizen met zeilschepen over de oceaan aanzienlijk eenvoudiger maakt
- De honderdjarige vuurtoren vertoont zorgwekkende roestplekken. Het ooit trotse, neobarokke herenhuis biedt de aanblik van een ruïne, en de alleerste apotheek van het eiland kreunt treurig in de felle passaat. Enkele monumenten op Aruba mogen zijn opgeknapt, een aanzienlijk deel verkeert in slechte, soms zeer slechte staat. [4]
- Uit het onderzoek, dat in vakblad Nature Climate Change verscheen, blijkt dat ongebruikelijk harde winden boven de Stille Oceaan de afgelopen twee decennia het warme oppervlaktewater naar beneden hebben gestuwd. De warmte, opgeslagen onder water, dreigt weer vrij te komen als de passaat, de oostenwind tussen de VS en Australië, in sterkte afneemt. [5]
1. de vaste oostelijke wind die waait tussen de 30 graden noorderbreedte en 30 graden zuiderbreedte en het reizen met zeilschepen over de oceaan aanzienlijk eenvoudiger maakt
- Het woord passaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "passaat" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "passaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ passaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant Nell Westerlaken 25 juli 2015
- ↑ Volkskrant Marcel van der Meulen 12 februari 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be