Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boraat boraten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boraato

  1. (scheikunde) zout van boorzuur met de chemische formule BO33−
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

34 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen