borax
- bo·rax
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘natriumzout’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borax | - |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) boraat met natrium (natriumtetraboraat), gebruikt als vloeimiddel bij hardsolderen, bij het vervaardiging van glas, porselein, email etc.
- Het woord borax staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borax" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "borax" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ borax op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be