Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ser·ve·rol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reserverol reserverollen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de reserverolv / m

  1. een rol die men in reserve heeft
  2. de functie van een persoon die kan inspringen als een ander uitvalt
     Schuurs koestert zelfs reserverol tegen Twente: 'Tonen dat ik mentaal sterk ben'[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Schuurs koestert zelfs reserverol tegen Twente: 'Tonen dat ik mentaal sterk ben'” (Vrijdag 15 januari 2021, 14:32), NOS