bestemmingsreserve

  • be·stem·mings·re·ser·ve
enkelvoud meervoud
naamwoord bestemmingsreserve bestemmingsreserves
verkleinwoord

de bestemmingsreservev / m [1]

  1. hoeveelheid geld die men in reserve heeft voor onvoorziene uitgaven
     De laatste drie jaar moest NOC*NSF een flink beroep doen op de reserves. De sportkoepel haalde daar in totaal 35 miljoen euro uit. In 2014 moest zelfs veertien miljoen euro uit de bestemmingsreserve worden gehaald. Dit jaar lijkt er een tekort te ontstaan van negen miljoen. "De grens is bereikt", zei penningmeester Anneke van Zanen-Nieborg. "Het is onverantwoord om weer de reserves aan te spreken."[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “NOC*NSF denkt nog even na over bezuinigingen” (Maandag 18 mei 2015, 22:04), NOS