jarig
- ja·rig
- In de betekenis van ‘zijn geboortedag herdenkend’ voor het eerst aangetroffen in 1714 [1]
- Afgeleid van jaar met het achtervoegsel -ig. [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | jarig |
verbogen | jarige |
partitief | jarigs |
jarig
- iemand is jarig op zijn verjaardag
- iemand met een leeftijd van ... jaar
- ▸ Het was alsof ik bij een onverwacht obstakel minder snel ging lopen of ik stopte zelfs helemaal totdat er iemand anders op het pad langskwam. Samen ben je sterker dan alleen, ook al was het met een onbekend 18-jarig meisje dat nog minder ervaring in de bergen had dan ik.[3]
- Je bent nog niet jarig.
- Duits wenn du das machst, kannst du dich auf etwas gefasst machen!
- Engels Then you are in no end of a mess
- Engels Then you are in big trouble
- Spaans Estarás bueno
|
1. iemand is jarig tijdens zijn verjaardag
- Het woord jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jarig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jarig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jarig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be