vierentwintigjarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vierentwintigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirənˌtwɪntəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- vier·en·twin·tig·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van vierentwintig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | vierentwintigjarig |
verbogen | vierentwintigjarige |
partitief | vierentwintigjarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
vierentwintigjarig
- 24 jaren durend
- Gedurende dit vierentwintigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 24 jaar
- Bij de brand viel helaas een vierentwintigjarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord vierentwintigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.