Een verjaardagstaart.
  • ver·jaar·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord verjaardag verjaardagen
verkleinwoord verjaardagje verjaardagjes

de verjaardagm

  1. (feest) de dag waarop iemand viert dat hij of zij geboren werd
    • Zijn verjaardag werd groots gevierd. 
     Het vieren van de verjaardag van mijn moeder dit weekend hebben we uitgesteld.[1]
     Ik vroeg of ik zijn telefoon mocht gebruiken omdat het mijn dochters verjaardag was.[2]
  2. (feest) dag waarop een gebeurtenis een bepaald aantal jaren geleden plaatsvond, bijvoorbeeld een bedrijfsjubileum
  • [2]: 10e verjaardag
  • [1]: Gefeliciteerd met je verjaardag!
  • [1]: iemand iets voor zijn verjaardag cadeau doen
Wat kan je een verloofde voor zijn verjaardag cadeau doen?
  • [1]: zijn of haar achttienden verjaardag vieren
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    Charlotte Huisman
    “Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be