Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dui·zend·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen duizendjarig
verbogen duizendjarige
partitief duizendjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

duizendjarig

  1. 1000 jaar durend
    • In de bijbel wordt het duizendjarig vredesrijk voorspeld na de dag des oordeels. 
    • Het duizendjarige rijk van de Nazi's heeft 12 jaar bestaan. 
     Later in de geschiedenis veranderde de naam van het geslacht in de Chantery en de laatste in de mannelijke lijn van deze duizendjarige familie ben jij.[2]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767