Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van  vijf ht  en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen vijfjarig
verbogen vijfjarige
partitief vijfjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

vijfjarig

  1. 5 jaren durend
    • Gedurende dit vijfjarig tijdperk werd er geen oorlog gevoerd. 
  2. met de leeftijd van 5 jaar
    • Hun vijfjarig kind ging naar groep 2 van de basisschool. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be