WikiWoordenboek:Persoon

In de grammatica van de meeste talen onderscheidt men in deze categorie drie, bij sommige vier personen.

Eerste persoon: de spreker(s)
Tweede persoon: de toegesprokene(n)
Eerste persoon insluitend: de spreker(s) en de toegesprokene(n) samen
Derde persoon: een ander / anderen

Een eerste persoon insluitend komt slechts in sommige talen voor, bijvoorbeeld de Austronesische.

Woordsoorten die vaak verschillende vormen kennen afhankelijk van de persoon waarop zij betrekking hebben zijn:

Werkwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

In sommige talen, zoals de Keltische hebben ook voorzetsels persoonlijke vormen.

Eerste persoon bewerken

De eerste persoon vertegenwoordigt de spreker in een zin en is een voorbeeld van de grammaticale categorie persoon. Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen om uit te drukken dat de spreker bedoeld is zijn

  1. werkwoorden: loop, ben
  2. persoonlijke voornaamwoorden : ik, mij, wij, ons
  3. bezittelijke voornaamwoorden : mijn, onze

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

ik word geslagen

In Keltische talen hebben ook voorzetsels een persoon. Bijvoorbeeld het Bretonse ganin is de eerste persoon enkelvoud van gant (met) en betekent "met mij".

Tweede persoon bewerken

De tweede persoon drukt in vrijwel alle talen de toegesproken persoon of personen uit.


Woordsoorten die in het Nederlands volgens deze categorie een speciale vorm aannemen om uit te drukken dat de toegesprokene bedoeld is, zijn:

  1. werkwoorden: loopt, bent
  2. persoonlijke voornaamwoorden : jij, jou, jullie, je. u
  3. bezittelijke voornaamwoorden : jouw, jullie, je, uw

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

jij wordt geslagen

Een typisch verschijnsel in het Nederlands is dat bij omkering van onderwerp en persoonsvorm de uitgang -t van de jij-vorm wegvalt:

word jij geslagen?

In veel talen kent de tweede persoon een onderscheid naar formeel en informeel:

jij --- u
tu --- vous
du --- Sie

In sommige talen onderscheidt men ook benadrukt van onbenadrukt:

jij bent -- je bent

Eerste persoon insluitend bewerken

In sommige talen zoals Fijiaans komt er naast de eerste en de tweede persoon ook een persoon voor die deze beide insluit. Deze persoon is dus een combinatie van de sprekende (eerste) en de aangesproken (tweede) persoon.

Bijvoorbeeld keimami betekent wij met uitsluiting van de aangesproken persoon. Dit is de eerste persoon meervoud.

Echter keda betekent: wij met insluiting van de aangesproken persoon. Dit is het meervoud van de insluitende eerste persoon.

In het Nederlands is wij in dit opzicht wat dubbelzinnig: het is niet altijd duidelijk of de spreker ook de toegesprokene bedoelt.

Ook andere Austronesische talen zoals Tagalog en Indonesisch kennen een insluitende eerste persoon meervoud.

In het Fijiaans is het ingewikkelder: er zijn namelijk vier personen (eerste, eerste insluitend, tweede en derde) in combinatie met niet minder dan vier getallen (enkelvoud, tweevoud, weinigvoud en meervoud) . De combinatie enkelvoud en eerste persoon insluitend ontbreekt echter.

Derde persoon bewerken

De derde persoon is een persoon die noch de spreker noch de aangesprokene is maar waar het gezegde in de zin over handelt.

De derde persoon is hiermee de meest gebruikelijke persoon. Wanneer het onderwerp van de zin door een zelfstandig naamwoord gevormd wordt, staat de zin vanzelf in de derde persoon.

Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen zijn:

  1. werkwoorden: loopt, is, lopen, zijn
  2. persoonlijke voornaamwoorden : hij, zij, het, hem, haar, hun, hen, ze
  3. bezittelijke voornaamwoorden : zijn, haar, hun

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

hij wordt geslagen

Onpersoonlijke vormen bewerken

Er zijn ook vormen waarbij de persoon als onbekend beschouwd wordt of niet specifiek genoemd wordt. Soms worden zij weergegeven met behulp van een onbepaald voornaamwoord, zoals men:

Men heeft dat wel gedaan.

Een ander voornaamwoord dat wel gebruikt wordt, bij onpersoonlijke werkwoorden zoals spijten of regenen is het:

Het spijt me dat het regent.

Er zijn echter ook andere constructies mogelijk. In het Nederlands wordt bijvoorbeeld de onpersoonlijke vorm van de lijdende vorm vaak ingeleid met het bijwoord er:

Er wordt gebeld!

In andere talen zijn er nog andere vormen. In het Bretons bijvoorbeeld bestaan onpersoonlijke vormen van het voorzetsel, zoals ganeor, een onpersoonlijke vorm van gant.