N.T.
- N.T.
- geen meervoud (afkorting) van Nieuwe Testament uit de Bijbel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | N.T. | - |
verkleinwoord | - | - |
het N.T. o
- (religie) reeks boeken in de christelijke Bijbel die de komst van Christus en het christelijk geloof beschrijven
- ▸ Kortelings heeft een Engelse theoloog geprobeerd de ontstaanstijd van alle boeken en brieven in het N.T. te verleggen naar de periode vóór het jaar 70, met een beroep op het feit dat nergens gewag gemaakt wordt van het ook voor de christenwereld schokkende feit van de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen (…).[1]
- [1] O.T.
boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
- Het woord N.T. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Ketters. Veertien eeuwen kettergeloof, volksbeweging en kettergericht.” (1982), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9021486563, p. 15 n. 1