1. schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·del·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelschoen wandelschoenen
verkleinwoord wandelschoentje wandelschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de wandelschoenm

  1. (schoeisel) (sport) schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken
    • De juiste wandelschoen is een basisvereiste voor 'tredzekerheid' tijdens het wandelen. [1]
  2. (schoeisel) licht, gemakkelijk zittend schoeisel met lage hakken, geschikt om op straat te wandelen
    • Maar ook de „normale" wandelschoen waarvan de hak slechts iets hoger ligt dan de zool, wordt door sommige experts in lichaamshouding en beweging als ongezond beschouwd. [2]
     Ze kreeg pijn doordat ze de hele dag op de cementvloer van de winkel liep en ze had het ene paar Engelse wandelschoenen na het andere geprobeerd zonder dat het hielp.[3]
     Gabardinebroek, tweed of lood en bruine wandelschoenen betekende een burger, zoals die op de balkons aan de Strandvâgen 'Bombardeer Hanoi'stonden te schreeuwen wanneer de demonstranten eronder voorbijliepen op weg naar de VS-ambassade.[4]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. redactie Reiskrant
    Tips voor een wandeltocht in de bergen (15 mei 2015) op website: telegraaf.nl
    ; geraadpleegd 2016-03-03
  2. "Van voor en over vrouwen. Gezond wandelen" in: Leeuwarder Courant jrg. 224 nr. 142 (21 juni 1975); p. 28 kol. 5; geraadpleegd 2016-03-03
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid