wandelsportvereniging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·del·sport·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelsportvereniging wandelsportverenigingen
verkleinwoord wandelsportverenigingetje wandelsportverenigingetjes

Zelfstandig naamwoord

de wandelsportverenigingv

  1. een vereniging waarin men in georganiseerd verband kan wandelen
    • Veel wandelsportverenigingen trainen voor de Nijmeegse vierdaagse of voor een ander wandelevenement. 
    • Hij ging met de wandelsportvereniging op vakantie. 
Synoniemen
  1. wandelclub

Gangbaarheid