• wan·del·va·kan·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelvakantie wandelvakanties
verkleinwoord wandelvakantietje wandelvakantietjes

de wandelvakantiev

  1. een vakantie waarin men voornamelijk wandelt, waarschijnlijk om van de ene overnachtingsplek naar de volgende te komen
    • Vanwege het mooie weer waren er veel mensen op wandelvakantie.