wandelvakantie
- Geluid: wandelvakantie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑndəlvaˌkɑn(t)si / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.vɐ.ˌkɑn.tsi/, /-dɔɫ-/
- wan·del·va·kan·tie
- samenstelling van wandel ww en vakantie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelvakantie | wandelvakanties |
verkleinwoord | wandelvakantietje | wandelvakantietjes |
de wandelvakantie v
- een vakantie waarin men voornamelijk wandelt, waarschijnlijk om van de ene overnachtingsplek naar de volgende te komen
- Vanwege het mooie weer waren er veel mensen op wandelvakantie.
1. een vakantie waarin men voornamelijk wandelt, waarschijnlijk om van de ene overnachtingsplek naar de volgende te komen
- Het woord wandelvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.