wandelbrug
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wandelbrug (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑndəlˌbrʏx / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌbrʏχ/, /-dɔɫ-/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.dəɫ.ˌbrʏx/
Woordafbreking
- wan·del·brug
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wandel ww en brug
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelbrug | wandelbruggen |
verkleinwoord | wandelbruggetje | wandelbruggetjes |
Zelfstandig naamwoord
- een brug waarover men kan lopen, maar die men niet met grotere voertuigen kan oversteken
- Anders dan een fietsbrug heeft een wandelbrug nog wel eens trappen.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een brug waarover men kan lopen, maar die men niet met grotere voertuigen kan oversteken
Gangbaarheid
- Het woord wandelbrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.