• wan·del·brug
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelbrug wandelbruggen
verkleinwoord wandelbruggetje wandelbruggetjes

de wandelbrugv / m

  1. een brug waarover men kan lopen, maar die men niet met grotere voertuigen kan oversteken
    • Anders dan een fietsbrug heeft een wandelbrug nog wel eens trappen.