Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·del·pier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelpier wandelpieren
verkleinwoord wandelpiertje wandelpiertjes

Zelfstandig naamwoord

de wandelpierm

  1. een dam of palenconstructie waarover wandelaars kunnen lopen
    • De pier van Scheveningen is de bekendste wandelpier van Nederland 
    • De pier van Blankenberge is de bekendste wandelpiervan België. 
Synoniemen
  1. wandelhoofd

Meer informatie

Gangbaarheid