• wan·del·wa·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelwagen wandelwagens
verkleinwoord wandelwagentje wandelwagentjes

de wandelwagenm

  1. een wagen waarin jonge kinderen rondgereden kunnen worden
    • Zij hebben een wandelwagen waar twee kinderen in kunnen zitten. 
99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be