wandelmogelijkheid
- wan·del·mo·ge·lijk·heid
- samenstelling van wandel ww en mogelijkheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelmogelijkheid | wandelmogelijkheden |
verkleinwoord | wandelmogelijkheidje | wandelmogelijkheidjes |
de wandelmogelijkheid v
- dat je ergens kunt wandelen
- Vanaf station Amsterdam-Zuid zijn er veel wandelmogelijkheden, één daarvan is het Amsterdamse Bos.
- Zuid-Limburg is bekend om zijn goede wandelmogelijkheden.
- Het woord 'wandelmogelijkheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.