wandelkaart
- Geluid: wandelkaart (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑndəlˌkart / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌkart/, /-dɔɫ-/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.dəɫ.ˌkart/
- wan·del·kaart
- samenstelling van wandel ww en kaart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelkaart | wandelkaarten |
verkleinwoord | wandelkaartje | wandelkaartjes |
- een kaart waarop wandelpaden en wandelroutes staan aangegeven
- Zij hadden voor hun wandelvakantie een halve tas vol wandelkaarten aangeschaft.
- Het woord wandelkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wandelkaart" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be