raket
- ra·ket
- [A] van Duits Rakete [1] [2]
- [B] van Frans raquette, in de betekenis van ‘voorwerp om ballen mee te slaan’ voor het eerst aangetroffen in 1525 [3] [4] [5]
- [C] van Frans roquette [6] [7]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raket | raketten |
verkleinwoord | raketje | raketjes |
- (militair) (ruimtevaart) cilindervormig projectiel dat door een naar achteren gerichte, gecontroleerde ontploffing wordt voortbewogen
- ▸ SLS moet de grootste en krachtigste raket ooit worden. In 2024 wil NASA er astronauten mee naar de maan brengen.[8]
-
1. Een raket van het type Sojoez TMA-9 bij de lancering
samenstellingen met raket als tweede deel
- MX-raket
- afweerraket
- anti-raketraket
- antiraket
- antiraketraket
- antischipraket
- antitankraket
- arianeraket
- atoomraket
- bolletjesraket
- draagraket
- drietrapsraket
- euroraket
- exocetraket
- gronddoelraket
- hawkraket
- hulpraket
- ionenraket
- katjoesjaraket
- kernraket
- kruisraket
- lanceerraket
- langeafstandsraket
- legerraket
- luchtafweerraket
- luchtdoelraket
- luchtverdedigingsraket
- maanraket
- maasraket
- meertrapsraket
- middellangeafstandsraket
- noodseinraket
- onderscheppingsraket
- onderwaterraket
- polarisraket
- precisieraket
- privéraket
- protonraket
- remraket
- ruimteraket
- schijnraket
- scudraket
- seinraket
- sondeerraket
- speelraket
- springraket
- startraket
- steenraket
- stuurraket
- stuwraket
- tennisraket
- tweetrapsraket
- waterraket
- zandraket
- zeeraket
- zijderupsraket
samenstellingen met raket als eerste deel
- anti-raketraket
- antiraketraket
- antiraketschild
- antiraketsysteem
- antirakettenschild
- antiraketwapen
- raketaandrijving
- raketaanval
- raketafweer
- raketbasis
- raketbeschieting
- raketbom
- raketbrandstof
- raketdiplomatie
- raketgevaar
- raketgranaat
- raketinslag
- raketinstallatie
- raketkop
- raketlancering
- raketleverantie
- raketmotor
- raketonderdeel
- raketontwikkeling
- raketproef
- raketprogramma
- raketschild
- raketschip
- raketsilo
- raketsla
- raketsysteem
- rakettechnologie
- rakettenbouw
- rakettencrisis
- rakettendebat
- rakettendivisie
- rakettenproductie
- rakettenprogramma
- rakettenschild
- rakettest
- rakettrap
- raketverdediging
- raketvliegtuig
- raketvuur
- raketwapen
- raketwerper
- raketwetenschap
1. cilindervormig projectiel dat door een naar achteren gerichte ontploffing wordt voortbewogen
- (sport) (netsporten) steel met daaraan een ovaal raam dat met een net is bespannen, gebruikt om een balletje of pluimpje te kaatsen
-
1. Een raket met bal voor tennis.
vervoeging van |
---|
raketten |
[B] raket
- (plantkunde) benaming voor kruisbloemigen uit het geslacht Sisymbrium
- (plantkunde) benaming voor enkele soorten kruisbloemigen buiten het geslacht Sisymbrium die daar gelijkenis mee vertonen
-
C 1. De gewone raket Sisymbrium officinale .
1. kruisbloemigen uit het geslacht Sisymbrium
2. kruisbloemigen buiten het geslacht Sisymbrium
- [2] raketsla
- Het woord raket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "raket" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[9] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ raket op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ raket op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "raket" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ raket op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ra·ket
Naar frequentie | 62506 |
---|
raket
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rake
har raket
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rake
raket
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van rake
raket
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van rak
- ra·ket
raket
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van rak
- ra·ket
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | raket | raketler |
genitief | raketin | raketlerin |
datief | rakete | raketlere |
accusatief | raketi | raketleri |
locatief | rakette | raketlerde |
ablatief | raketten | raketlerden |
raket