netsporten
- Geluid: netsporten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnɛtspɔrtə(n) / (3 lettergrepen)
- net·spor·ten
- netsport met uitgang -en
de netsporten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord netsport
- Opvallend hoe het woord 'net' in het sportieve woordenboek z'n twee betekenissen inéén uitdraagt. Netsporten zijn namelijk ook nette sporten. Beschaafder, u weet wel. [1]
- Het woord 'netsporten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Schouten, R."Column" in: Trouw jrg. 47 nr. 13785 (26 september 1989); p. 15 kol. 7; geraadpleegd 2019-07-20