• ak·ter
Naar frequentie 2559

akter

  1. (scheepvaart) achter
  • til akters
naar achteren; terug

akter

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van akte

[A]: akter

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van akt

[B]: akter

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van akt

[C]: akter

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van akt


  • ak·ter

akter

  1. (scheepvaart) achter
  • til akters
naar achteren; terug

[A]: akter

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van akt

[B]: akter

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van akt