Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klad
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vlek’ voor het eerst aangetroffen in 1465 [1]
  • [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord klad kladden
verkleinwoord kladje kladjes

Zelfstandig naamwoord

klad [4] [5] [6] [7] [8]

  1. o voorlopige aantekening, concept [9]
  2. v / m vlek, smet, mop
  3. losgeraakt deel, stuk stof
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[2] "vlek, smet, mop"

  • De klad komt erin
Gezegd van iets wat wordt verwaarloosd, waar weinig nieuws meer mee gebeurt

[3] "stuk stof"

  • Bij de kladden nemen/grijpen/pakken/vatten
Vastgrijpen, vastpakken
De dief werd al snel bij de kladden gegrepen.
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kladden

klad

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kladden
    • Ik klad. 
  2. gebiedende wijs van kladden
    • Klad! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kladden
    • Klad je? 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[10]

Verwijzingen


Pools

Zelfstandig naamwoord

klad m

  1. (biologie) clade

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • klad
Woordherkomst en -opbouw
  • [1], [2] Afgeleid van het werkwoord klást, [3] Afgeleid van het Oudgriekse κλάδος (klados)

Zelfstandig naamwoord

klad monbezield

  1. voordeel
  2. ordening, volgorde
  3. (biologie) clade
Verbuiging
Synoniemen
  1. přednost v, výhoda v
Antoniemen
  1. zápor monbezield, nevýhoda v
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen