spot
- spot
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lamp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1973 [1]
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘reclameboodschap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1965 [1]
- [2]
2-4 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | spot | spots |
verkleinwoord | spotje | spotjes |
de spot m
- de handeling van het spotten [3] [4]
- reclameboodschap [5]
- lamp voor of licht van spotlight
- (van het Engels) plek, plaats
- [1]: de spot drijven met iets of iemand
spotten met iets of iemand
- • Goldie dacht dat ik gek was geworden en dreef de spot met me door aan te komen lopen met zijn ogen dicht en met zijn wandelstok als een blindengeleidestok. [6]
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spot | spotten |
verkleinwoord | spotje | spotjes |
de spot m
vervoeging van |
---|
spotten |
spot
- Het woord spot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "spot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ spot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ spot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ spot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Naar frequentie | 1416 |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
spot | spots |
spot
[1]
- To be on the spot
Ter plaatse zijn
- To put someone on the spot
Iemand in het nauw brengen
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to spot |
he/she/it | spots |
verleden tijd | spotted |
voltooid deelwoord |
spotted |
onvoltooid deelwoord |
spotting |
gebiedende wijs | spot |
spot
[2]
- To spot a mistake
Een fout ontdekken