Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klad·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kladderij kladderijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kladderijv

  1. iets wat op een slordige manier is gemaakt, bijv. slordig geschilderd of geschreven

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen