gaffel
-
[1]: Gaffel hout dat zeil aan bovenkant omhoog houdt
-
[2]: Boer met gaffel
-
[3]: Gaffel van een hert of ree
-
[4]: Gaffel als vorm
- Geluid: gaffel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑfəl / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχɑ.fəɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣɑ.fəɫ/
- (Limburg): /ˈɣɑ.fəl/
- gaf·fel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffel | gaffels |
verkleinwoord | gaffeltje | gaffeltjes |
- (scheepvaart) meer of minder van de mast schuin omhoog uitstaand rondhout, om de bovenkant van een zeil (het bovenlijk) uit te houden
- (gereedschap) werktuig, met een steel die het ene einde in twee armen of tanden uitloopt
- (zoötomie) het gewei van een tweejarig hert of ree met twee uiteinden
- (heraldiek) een element in een Y-vorm, gelijkend naar een pallium
- benaming van verschillende voorwerpen die de vorm van een gaffel hebben
- [2]: hooigaffel
|
- gaffelaar (1), gaffeltopzeil (1), giek (1), mast (1)
1. rondhout
2. gevorkt werktuig
vervoeging van |
---|
gaffelen |
gaffel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaffelen
- Ik gaffel.
- gebiedende wijs van gaffelen
- Gaffel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaffelen
- Gaffel je?
- Het woord gaffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gaffel" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gaffel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gaffel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
gaffel
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- gaffel in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
- Afgeleid van het Oudsaksische gafala
gaffel
- (gereedschap)(huishouden) vork; voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
- gaf·fel
- Afkomstig uit het Nederduits
Naar frequentie | 13274 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gaffel | gaffelen | gafler | gaflene |
genitief | gaffels | gaffelens | gaflers | gaflenes |
gaffel m
- (scheepvaart) gaffel
- (gereedschap) (couvert) vork
- (gereedschap) gaffel, mestvork, riek
- (fiets) vork, achtervork, voorvork
- (schaak) vork, paardvork
- [2]: spisebestikk, spiseredskap
- [5]: dobbeltangrep
- [1]: gaffelrigg, gaffelformet, gaffelseil, gaffeltoppseil
- [2]: sølvgaffel
- [3]: høygaffel
- [4]: dempergaffel, teleskopgaffel
- [3]: greip
- gaffeltruck, stemmegaffel, åregaffel
- [4]: kniv, skje og gaffel
mes, lepel en vork
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- gaf·fel
- Afkomstig uit het Nederduits
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gaffel | gaffelen | gaflar | gaflane |
gaffel m
- (scheepvaart) gaffel
- (gereedschap) (couvert) vork
- (gereedschap) gaffel, mestvork, riek
- (fiets) vork, achtervork, voorvork
- (schaak) vork, paardvork
- [5]: dobbeltangrep
- [1]: gaffelrigg
- [2]: sølvgaffel
- [3]: høygaffel
- [4]: dempargaffel, teleskopgaffel
- [3]: greip
- gaffeltruck, stemmegaffel
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- gaf·fel
gaffels | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gaffel | gaffeln | gafflar | gafflarna |
genitief | gaffels | gaffelns | gafflars | gafflarnas |
gaffel, g
- Zie Wikipedia voor meer informatie.