mast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mast | masten |
verkleinwoord | mastje | mastjes |
Zelfstandig naamwoord
mast m
- (scheepvaart) lange, rechtop staande paal midden op het schip waaraan vlaggen, zeilen en/of ra's bevestigd kunnen worden
- palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden
- lange paal voor vlaggen - vlaggenmast
- hoge antenne
- varkensvoer, bestaande uit eikels en beukennoten [3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
- de mast strijken
- de mast laten zakken (gecontroleerd om laten vallen)
- de mast kappen
- de mast omkappen, in noodgevallen de mast losmaken van het schip om te voorkomen dat het hele schip zinkt
- voor de mast dienen
- op een schip werken in een van de lagere rangen (geen officiersrangen)
- voor de mast zitten
- niets anders kunnen eten
Vertalingen
1. lange, rechtop staande paal midden op het schip
2. palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden
3. lange paal voor vlaggen
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
masten |
mast
Gangbaarheid
- Het woord mast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mast" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "mast" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mast op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mast op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- mast
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelnederduitse zelfstandige naamwoord mast
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mast | masten | master | masterne |
genitief | masts | mastens | masters | masternes |
Zelfstandig naamwoord
mast g
- (scheepvaart) lange, rechtop staande paal midden op het schip waaraan vlaggen, zeilen en/of ra's bevestigd kunnen worden
Hyponiemen
Verwijzingen
- mast in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk