• Uit Middelfrans poteaul, postiau, uit post, pot (Latijn postis) met het achtervoegsel -eau. [1]

poteau m

  1. paal, steunpaal
  2. (sport) doelpaal, grenspaal
  3. (spreektaal) (figuurlijk) vriend door dik en dun (als steun en toeverlaat)
    «Mon poteau Raoul s'est lancé en parapente depuis le toit d'un immeuble.»
    Mijn maat Raoul is met een parapente van het dak van een flatgebouw gesprongen. [2]