poteau
poteau m
- paal, steunpaal
- (sport) doelpaal, grenspaal
- (spreektaal) (figuurlijk) vriend door dik en dun (als steun en toeverlaat)
- «Mon poteau Raoul s'est lancé en parapente depuis le toit d'un immeuble.»
- Mijn maat Raoul is met een parapente van het dak van een flatgebouw gesprongen. [2]
- «Mon poteau Raoul s'est lancé en parapente depuis le toit d'un immeuble.»
- [3] pôte