kruismast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kruis·mast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kruis en mast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruismast | kruismasten |
verkleinwoord | kruismastje | kruismastjes |
Zelfstandig naamwoord
de kruismast m
- (scheepvaart) achterste mast op een volschip met drie of meer masten
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'kruismast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.