• (IPA in voorbereiding)
  • gaf·fel·an·ti·lo·pe
enkelvoud meervoud
naamwoord gaffelantilope gaffelantilopen
gaffelantilopes
verkleinwoord gaffelantiloopje gaffelantiloopjes

de gaffelantilopev / m

  1. (evenhoevigen) zoogdier uit de familie Antilocapridae   van de evenhoevigen waarvan sinds de laatste ijstijd slechts één soort over is: de gaffelbok (Antilocapra americana). Ze zijn waarschijnlijk het nauwste verwant aan ofwel de hertachtigen (Cervidae), ofwel de girafachtigen (Giraffidae)